Om de hulpverlening vlot te laten verlopen, is het belangrijk dat iedereen weet waar hij moet zijn en wie de andere personen op het terrein zijn. Daarom zijn er vaste afspraken over de indeling van het rampenterrein.
Zones
De plaats van een noodsituatie wordt steeds opgedeeld in interventiezones. Daarbij verschillen ze van noodplanningszones:
- Interventiezones zijn de zones die gelden op het moment van de noodsituatie. Een evaluatie van de situatie (bijvoorbeeld windrichting, aantal inwoners, soort incident) zal op het moment zelf de interventiezone bepalen.
- Noodplanningszones zijn zones zoals ze in een noodplan staan. Het zijn zones waarbinnen de lokale veiligheidscel preventieve beschermingsmaatregelen voorbereidt.
Er zijn drie soorten interventiezones:
- De rode zone (uitsluitingsperimeter) of eerstehulpverleningszone is exclusief voor de hulpdiensten die noodzakelijk zijn voor de interventie. Bewoners uit deze zone worden ofwel geëvacueerd, of moeten specifieke richtlijnen toepassen (bijvoorbeeld ramen en deuren sluiten).
- In de oranje zone (isolatieperimeter) vind je de ondersteuning voor de interventiediensten. Hier staat meestal ook de Commandopost Operaties of CP-OPS. Inwoners en werknemers in deze zone krijgen gepaste richtlijnen.
- In de gele zone (ontradingsperimeter) neemt men de nodige acties om de toegang van de hulpdiensten en het goede verloop van de interventie te waarborgen, bijvoorbeeld omleiden van verkeer, weren van ramptoeristen.
Discipline 3 heeft de taak om deze zones af te zetten en te bewaken.
Herkenbaarheid op het terrein
Elke discipline heeft zijn eigen kleur. De verantwoordelijken van de verschillende disciplines dragen steeds een hesje in die kleur. Zo kan iedereen hen altijd herkennen.
- Discipline 1: rood
- Discipline 2: groen
- Discipline 3: blauw
- Discipline 4: oranje
- Discipline 5: zwart